Hoe werkt vrachtwagenheffing?
De registratie van gereden kilometers gebeurt met speciale boordapparatuur, een zogenoemde 'on-board unit' (OBU). Voordat een vrachtwagen de Nederlandse weg opgaat, moet een overeenkomst afgesloten zijn met een tot Nederland toegelaten toldienstaanbieder. Deze aanbieder levert de boordapparatuur, berekent de heffing en draagt deze af aan de overheid. De RDW treedt op als tolheffer en int de heffing namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Zo werkt de ritregistratie:
- De boordapparatuur bepaalt de positie van de vrachtwagen op basis van een sattelietnavigatiesysteem (zoals GPS), en stuurt deze door aan de toldienstaanbieder.
- De toldienstaanbieder gebruikt de data om het aantal gereden kilometers te bepalen op wegen waar de heffing geldt.
- De toldienstaanbieder factureert de gereden kilometers aan de eigenaar van de vrachtwagen.
Europese en nationale toldienstaanbieders
Houders van vrachtwagens hebben de keus tussen twee soorten toldienstaanbieders: Europees opererende aanbieders (EETS-aanbieders) en een aanbieder die door de Nederlandse overheid is gecontracteerd (NedLinq). Hieronder wordt ingegaan op de verschillen.
Europese EETS-aanbieders
Omdat veel vervoerders door heel Europa rijden, heeft de Europese Unie besloten dat boordapparatuur ook grensoverschrijdend gebruikt moet kunnen worden. Commerciële toldienstaanbieders bieden deze dienstverlening aan. Dit zijn de zogenaamde European Electronic Toll Service Providers (EETS-aanbieders).
Klanten van EETS-aanbieders kunnen met één overeenkomst en bijhorende boordapparatuur in meerdere EU-lidstaten hun tol betalen. bijvoorbeeld: Een houder die klant is bij een in Nederland en België geaccrediteerde EETS-aanbieder, kan met hetzelfde boordapparaat in Nederland en België rijden. De dienstaanbieder registreert in beide landen de kilometers en de houder krijgt één factuur waarmee zowel de Nederlanse vrachtwagenheffing als de Belgische Kilometerheffing in rekening wordt gebracht.
Naast toldiensten bieden EETS-aanbieders vaak ook andere diensten aan, bijvoorbeeld tankkaarten en truckparking. Hiervoor rekenen zij vaak extra kosten.
Nederlandse hoofddienstaanbieder (NedLinq)
Houders die geen overeenkomst met een EETS-aanbieder willen of kunnen afsluiten, kunnen terecht bij de NedLinq. Deze aanbieder is door Nederlandse overheid gecontracteerd. NedLinq is alleen actief in Nederland en moet elke klant accepteren. NedLinq rekent een borg voor doe boordapparatuur. NedLinq biedt geen aanvullende diensten aan en brengt naast de heffing en de borg geen kosten in rekening bij de klant.
Op Aanbieders en tolkastjes vindt u meer informatie over de EETS-aanbieders die vrachtwagenheffing in Nederland willen aanbieden en NedLinq.
Controle en handhaving
Om ervoor te zorgen dat alle houders de heffing betalen, voert de overheid controles uit op binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens. Daarbij wordt gecontroleerd of:
- Voor een vrachtwagen een contract bij een dienstaanbieder is afgesloten
- Een vrachtwagen is voorzien van werkende boordapparatuur
- De boordapparatuur bij de vrachtwagen hoort
De boordapparatuur moet altijd aan staan, ook op wegen waar geen vrachtwagenheffing geldt. Als de boordapparatuur niet werkt, dan moet deze binnen 3 uur vervangen of gerepareerd zijn. Verspreid over het land zijn uitgiftepunten ingericht waar gebruikers een (tijdelijk) vervangend boordapparaat van NedLinq af kunnen halen.
De controles gebeuren langs de weg met controleapparatuur en door medewerkers van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De RDW stelt vast of sprake is van een overtreding. Wie zich niet aan de regels houdt, krijgt een boete.
Gegevensverwerking
Voor vrachtwagenheffing is het nodig om persoonsgegevens van de houder van de vrachtwagen te verwerken. Het doel van de gegevensverwerking is om ervoor te zorgen dat de vrachtwagenheffing betaald, ingevorderd en gehandhaafd kan worden. Hiervoor worden niet meer gegevens verwerkt dan nodig. Alle betrokken partijen moeten zich houden aan de algemene eisen voor gegevensbescherming (zoals de AVG). De betrokken partijen zijn toldienstaanbieders, de minister van Infrastructuur en Waterstaat de RDW, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).
In de memorie van toelichting Wet vrachtwagenheffing is een uitgebreide toelichting te vinden op de werking van het systeem.
Betrokken overheidsorganisaties
RDW, Rijkswaterstaat (RWS), het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werken samen aan de invoering van de vrachtwagenheffing in Nederland.
RDW heeft de grootste rol in de realisatie van het systeem voor de vrachtwagenheffing. Zij zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van IT-systemen en het doen van aanbestedingen, bijvoorbeeld voor de systemen waarmee toezicht kan worden gehouden op de verplichting dat elke vrachtwagen voorzien moet zijn van werkende boordapparatuur. Zij contracteren de hoofddienstaanbieder (HDA) en accrediteren internationaal opererende dienstaanbieders (EETS-aanbieders) die zorgdragen voor de inning van de heffing. RDW heeft een coördinerende rol naar de andere betrokken uitvoerders Rijkswaterstaat, ILT en CJIB.
Rijkswaterstaat zorgt als wegbeheerder onder meer voor de borden langs de weg, de constructies voor het plaatsen van apparatuur boven de weg en het monitoren van de effecten van de vrachtwagenheffing op de verkeersstromen. De ILT houdt zich bezig met handhaving langs de weg. CJIB doet de inning en de incasso van boetes.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor het beleid en de wet- en regelgeving voor de vrachtwagenheffing. Verder stelt het ministerie het pakket van subsidies en andere maatregelen samen voor de verduurzaming en innovatie van de vervoerssector, welke worden betaald uit de opbrengsten van de vrachtwagenheffing. De RVO verstrekt de subsidies aan ondernemers.